Dag 4: Otago Peninsula
In de ochtend ging de zon schijnen en aangezien de eerste stop van de Lannoo route best vervangen kon worden, ging het eerst naar de Dunedin Botanic Garden. We parkeerden per toeval helemaal achteraan en volgden een eerder willekeurige route doorheen het park waarbij we begonnen bij een doorsteek door de New Zealand Native Plant collection. Daarna kwam pas een echte verrassing met het Aviary, een paar volières met allerlei soorten leuke vogels. Vooral de twee grote witte, waarvan er eentje zelfs “Hello” kon zeggen. Het gaat verder omlaag via de Rock Garden en de Lower Garden. Tegen dat we de Knot Garden omruilden voor het standbeeld van Peter Pan, gingen de hemelsluizen echter al open. Vluchten in de Winter Garden, shop en toiletten dan maar, om door een zeikregen naar de Mediterraanse tuin te gaan die baadde in de zee. Snel naar boven via de Rhododendron Dell om bij de auto blij te zijn dat de regen intussen opgehouden is. Of het de stop waard was, bij mooi weer meer dan nu
Tijd voor het Otago Peninsula, met een eerste stop bij het Larnach Castle. De tuin is niet super groot, maar leuk om te bezoeken. De 15-tal kamers van het kasteel zelf zijn mooi gerestaureerd en hebben een zekere charme. Het uitzicht op het dak is fenomenaal. De bus Chinese toeristen neem je erbij en dat een gids een kamer bestormt lees je best als een signaal dat jij een andere neemt. En als er twee dames selfies nemen in de woonkamer, dan neem je best ook even een andere. Om maar te zeggen dat het kasteel een stop waard is, zo is ook de Ball room waar het cafe gevestigd is.
We gaan door naar het Royal Albatross Centre op de hoek van het schiereiland, maar geen tour vooraf geboekt betekent 1,5u wachten. Op naar Opera (The Otago Peninsula Eco Restoration Alliance) dan maar, maar ook daar tours te boeken. Gelukkig zijn ze meewerkend en mogen we een halfuur later mee op tocht. Intussen dan maar even Te Rauone Beach (Harington Point), al stelt die kleine strand weinig voor.
Bij Opera zijn we mooi op tijd en onze goedgezinde gids Ashley geeft een uitleg over de pinguïns. Daarna de bus op voor een korte tocht naar de trenches, of loopgraven. De ervaring van 5 minuten door de overdekte loopgraven te lopen is het al meer dan waard. Het uitzicht ook, maar de pinguïns zijn mager. Een koppel door een verrekijker te spotten, waar je er maar van uit moet gaan dat het plukje wit hun buik is. Vervolgens 2 pinguïns in hun nestbox, goed verscholen. Tot slot nog wat zeehonden, goed zichtbaar en een prachtige klif / strand / baai. Uiteindelijk valt het nog wel mee, gezien het weer en tijdstip.
We gaan terug naar het Royal Albatross Centre, niet om een tour te doen, maar om zelf te kijken. We eten wat, nu het restaurant nog open is, en zien vooral meeuwen. De Albatrossen zelf, misschien dat er 2 tot 3 gepasseerd zijn, maar ze liggen hoogstwaarschijnlijk aan de achterkant en zijn door het weer niet super actief. Ach, we hebben toch zeker 500 meeuwen gespot.
In de regen terug naar het hotel, want regenen doet het, al de hele tijd en het blijft regenen. Door de bochtige wegen langs de kustlijn, die nu in duisternis en mist is gehuld, terug richting de stad. De baan heeft wel wat, zeker deze kustbaan, maar bij dit weer lijkt het eerder een scene uit een horrofilm.