Dag 25: Kangaroo Island
Na de gewijzigde planning van gisteren, besloten we ook vandaag het schema aan te passen. In plaats van in 1 keer naar Flinders Chase te rijden, stopten we nogmaals in Seal Bay, zo’n 8 minuten voor de volgende rondleiding begon. Dankzij de Island Pass kunnen we deze gedurende een heel jaar zo vaak doen als we willen. Beetje zoals de “verlaat de gevangenis zonder te betalen” kaart uit Monopoly. De zeehonden lagen vandaag meer landinwaarts, waardoor een trap geblokkeerd was en we de “weg” naar het strand vrij moesten houden. De gids was erg op haar hoede en durfde precies maar een klein stukje strand te bezoeken, maar de kleine zeehond die zielloos om zijn moeder riep, wekte toch wat medelijden op. Sowieso zijn geld waard.
Na de zeehonden ging het naar Little Sahara, een stukje sahara op het eiland. Het is niet erg groot, maar vanuit de juiste hoek denk je echt dat je hopeloos verloren bent gelopen in een kilometerslange woestijn. Het beklimmen van de hoogste duin was niet van de poes. Om te zeggen: we moesten een lagere zijkant opzoeken en vervolgens over de kam omhoog gaan. Zo stijl!
Op naar Flinders Chase, maar waar gingen we eten? Gelukkig was er een galerie-cafe onderweg, waar we een baguette(je) konden krijgen. Niet erg groot, maar wie kan er zeggen dat hij een baguette heeft opgegeten op amper 8 meter van een wilde kangoeroe! Hij lag erbij en keek ernaar. Super tof en “only in Australia!”
Flinders Chase
Eenmaal bij het Flinders Chase bezoekerscentrum aangekomen, gingen we er naar binnen voor wat informatie, want een parkpas die hadden we de facto al op zak (Island pass, je weet wel …). We namen de informatie mee en begonnen eraan, na toch even te stoppen bij de Koala in de boom.
Eerste stop waren de Remarcable Rocks. Door moeder natuur gebeeldhouwde stenen die lijken op een abstract openluchtkunstwerk. Die balancerende steen in Arches (zie California 2017, Arches National Park) is er eigenlijk weinig tegen. Deze stenen zijn groot, elegant en stijlvol. Spijtig genoeg arriveerde er een bus Japanners voor ons, maar gelukkig moesten die snel weer weg.
Tweede stop: Admirals Arch met zijn kolonie “Nieuw-zeelandse fur seals”. Laten we het houden op een stenen boog en wat zeehonden. De zeehonden waren leuk, hoofdzakelijk omdat er hier heel wat jonge zeehondjes waren. De Arch was impressionant, maar door de stand van de zon niet zo mooi op foto te zetten.
De derde stop was de vuurtoren op de Cape du Couedic. Simpel maar leuk. Niet te bezoeken.
De vierde stop was een beetje een twijfelgeval, mede gezien het slechte pad ernaartoe, maar al bij al viel het oppervlak goed mee. We hebben het over Weirs Cove. Een stop die quasi niemand aandoet, maar waar een huisje staat en je een prachtig zicht hebt. Ze tilden hier vroeger de voorraden voor de vuurtoren en zijn bewaarder omhoog. Wat deze stop echter geweldig maakte was: (1) er lijkt een immens (niet erg diep) grottenstelsel in de klif te zitten, die je enkel vanaf dit punt ziet. In Turkije zou er beslist een bootje naartoe varen. En (2) op een stuk rotsen in het water lagen wel 40 kleine pups! Terwijl je bij Admirals Arch vooral de tieners en volwassen zag, zie je hier echt de jonkies. Heel wat toeristen missen dit.
Vervolgens gingen we terug naar het bezoekerscentrum. We hadden eerder het advies gekregen om naar de Platypus Waterholes te gaan, maar die wandeling duurde 2 uur en er was maar een uur over als we op tijd (cf. voor het donker en sluitingsuur van het restaurant) terug wouden zijn. Dus deden we de Discovery, Heritage en Woodlands wandelingen. We zagen hierbij heel wat koala’s en kangoeroes en ook wat leuke vogels, waaronder een soort rode (valk)parkiet.
Afbeeldingen: 19