Dag 13: Lakes Entrance, Metung & Lake Wellington
Als er een ding is wat ik intussen zeker weet, dan is het wel dat “weken” een puur verzinsel zijn. Er zijn enkel dagen en die volgen elkaar als schakels in een eindeloze ketting op. Welke dag zijn we ook alweer? Zaterdag? Als je me zei dat het woensdag was, dan zou ik je geloven. Carpe diem!
Lakes Entrance
De ochtend brachten we door in Lakes Entrance, met een wandeling over de “dijk” tot aan de voetgangersbrug. Die wandelden we over, waardoor we op een lang eilandje uitkwamen waar net over de duinen de oceaan inbeukt op het strand. Het zag eruit als in een film: een lang goudkleurig zandstrand met een helderblauwe oceaan en witte golven. En natuurlijk was er ook iemand aan het surfen, of toch iets wat daarvoor door moest gaan. Na het strand terug over de brug en dijk tot aan het stukje haven, waarvan we maar een stukje konden aandoen. – Maar genoeg om het idee te vatten. – We moesten nog door tot op Bullock Island – een soort landtong, waar de Japanners aan het vissen waren. Tot slot nog Lakes Entrance en Jemmys Point lookout, waar je pas echt ontdekt waar de plaats zijn naam aan dankt.
Metung
De middag brachten we door in Metung, niet erg ver van Lakes Entrance. Metung is wederom een mooi haventje, met een mooi zicht op het eeuwige golvende water. We reden via de Metung Road naar Shaving Point, waar je een 270 graden zicht hebt. Daarna reden we terug het centrum in, om in het lokale “The Smiling Chef Cafe” een “snelle” lunch te hebben. Zo snel was het niet, maar de $16 mocht ze toch zeker aanrekenen. Na het eten nog snel even een blik in de haven.
Wat in Metung opviel waren de kwallen. Zowel aan Shaving Point als in de haven zat het water vol witte, golvende kwallen. Sommigen klein, maar anderen toch al snel een bord groot.
Lake Wellington
Vanzelfsprekend liepen we achter op schema, ongeveer een dik uur, maar toen we na een goeie rit bij Lake Wellington aankwamen bleek dat we dat wel zouden inhalen. We hadden zogenaamd nog een kwartier over, terwijl er 1,5 uur voorzien was, maar de jachtclub aan het meer was niet meer dan een betonnen bunker met een stuk of vijftien campers en caravans ervoor. Je zou kunnen stellen dat we dit beter hadden kunnen schrappen, maar anderzijds was het wel een welgekomen stop voordat we aan de rit van een kleine twee uur naar Foster begonnen.
Wat wel leuk was aan het meer waren de zeemeeuwen. Die stationneerden zich allemaal op de pier en vlogen weg als er iemand aan kwam. Daarna kwamen ze terug en hopla, een nieuwe toerist en weg waren ze opnieuw.
Maten, gewichten en snelheden,
Je kan er kop noch staart van krijgen. Een flesje cola van 375ml of water van 600ml, een blikje cola van 200ml; een grote fles cola van 1,25 of 2,0 liter en water van 1,5 liter … Je ziet het allemaal. Een gewoon flesje van 0,5 liter of blikje van 0,33 … nog nergens gezien. Ze gebruiken hier dan wel het metrisch stelsel, toch hebben ze andere standaarden.
Hetzelfde geldt voor de weg. Daar rijd je 100 of 110 km/u op een autosnelweg. Meestal 80 op een tussenweg en 60 als je in een dorp terecht komt, en 40 tijdens de schooluren (die heel bizar zijn).